August van Acker

Acker (August van), geb. te Eekloo 22 Maart 1827, was eerst werkman, daarna notarisklerk en is sedert 4 Juli 1859 secretaris van Eekloo.

Eerst schreef hij losse gedichten, waarvan verscheidene bekroond werden. Den 1 April 1849 werd hij opsteller van het weekblad: De Eecloonaar en in Juli 1867 stichtte hij een ander weekblad: De Gazette van Eecloo en het District. Als prozaschrijver leverde hij: Jan en Lotte, novelle uit het leven mijner ouders (bekr. door het Willemsfonds), Gent, 1872; Tonia, nov., Eekloo, 1874; Martje Martens, nov. (bekr. door Het Vlaamsch Volk), Antw., 1876. Tevens gaf hij in het licht: Merkweerdige Extracten uit de Resolutieboeken der stede, Keure en de Vrijheid van Eecloo, uit de Resolutie-registers der Municipaliteit van het canton Eecloo, van den Regeeringsraad en den Gemeenteraad der stad Eecloo, (1655-1859), Eekloo, 1864.